Zaden kunnen alleen flink uitgroeien als ze op ruime afstand van de moederboom belanden. Meestal worden de zaden van bomen verspreid door de wind. Vruchtbomen schakelen vaak vogels in. De vogels eten de bessen en dergelijke, waarna de pitjes (de zaden) met de uitwerpselen overal terechtkomen. Dit werkt niet voor bomen als de beuk en de eik. Voor hun "voortplanting" zijn zij aangewezen op eekhoorns en Vlaamse gaaien. Deze dieren verstoppen noten als voedselvoorraad voor de winter, maar vinden lang niet alles terug. Die noten krijgen dan de kans uit te kiemen tot nieuwe bomen.