Op een fiets kun je alleen gemakkelijk blijven zitten als hij in beweging is. Dat komt vooral door de zogeheten middelpuntvliedende kracht. Als een fietser bijvoorbeeld naar links dreigt te vallen, stuurt hij (vaak onbewust) de fiets ook naar links. Het lichaam van de fietser heeft echter de neiging rechtdoor te gaan en komt zo weer recht boven de wielen terecht. Als je langzaam rijdt, werkt dat niet zo goed. Je moet dan sterkere bochten maken om niet te vallen: je gaat slingeren. Als je stilstaat met de fiets, werkt het helemaal niet meer. zie ook