In een ruimteschip in een baan om de aarde (of andere planeten) heerst een toestand van gewichtloosheid. In de ruimte is geen `benedenkant' of `bovenkant'. Niets valt meer, maar alles blijft zweven. Daarom is er voor ruimtevaarders een speciale voorziening gebouwd om hun behoefte te doen. Anders zou het ruimteschip ook snel onleefbaar worden. Astronauten doen hun grote en kleine boodschap boven een soort stofzuiger, die het spul meteen netjes opbergt.