Bloed kun je scheiden in twee onderdelen: bloedcellen en vloeistof (plasma). Er zijn verschillende soorten bloedcellen, maar de rode bloedcellen zijn verreweg in de meerderheid. Zij geven bloed zijn rode kleur. Hun taak is zuurstof door het lichaam te vervoeren. In de longen nemen de rode bloedcellen de zuurstof uit de ingeademde lucht op. Vandaar brengen ze de zuurstof via het bloedvatenstelsel naar alle delen van het lichaam. Met de zuurstof kan het lichaam voedingsstoffen verbranden. Zo krijgt het de energie die nodig is om bijvoorbeeld te bewegen.